Ikzelf heb Word2000, en ik ga er vanuit dat het in Word2002 op dezelfde manier is opgebouwd. Per slot is het Word bestandsformaat sinds Word97 niet meer gewijzigd.
Ik denk dat ik weet waar het je om gaat.
Het XE-veld wordt naast een woord aangemaakt als je het woord gemarkeerd hebt voor indexering.
Om onderscheid tussen Index-gegevens te maken, moet je gebruik maken van de schakeloptie \f in het XE-veld. Hiermee maak je een eigen "index-gegevenstype", die je kunt gebruiken om later bij het maken van de index alleen die woorden te laten zien die van dat index-gegevenstype zijn.
Dus, als je een index wil zetten op een Latijns woord, zet je in het XE veld van het Latijnse woord erbij: \f "l"
Voor Nederlandse woorden, zet je in het XE veld erbij: \f "n"
Maak dan later 2 Indexen aan (voor Latijns en NL), en voeg dan in het veld {INDEX} voor de Latijnse index in: \f "l" en in het veld {INDEX} voor de Nederlandse index in: \f "n".
Er zijn dan 2 indexen, waarvan bij de eerste index alleen index-gegevens worden getoond die \f "l" als kenmerk hebben in het XE-veld, en in de tweede index alleen index-gegevens worden getoond die \f "n" als kenmerk in het XE-veld hebben.
Omdat het hier maar over 2 'indexgegevenstypen' gaat zou het genoeg zijn om alleen de Latijnse indexwoorden te voorzien van \f "l", en de Nederlandse index-woorden gewoon te laten voor wat ze zijn. Je moet dan wel bij het aanmaken van de indexen aangeven dat je voor de NL woorden een {INDEX \f "i"} wilt hebben, omdat \f "i" de, bij verstek toegekende, waarde is voor \f in het XE-veld.
Zie onderstaande extract van de informatie hieromtrent uit de helpfile.
Veldcodes: het veld XE (indexgegeven)
{ XE "Tekst" [Schakelopties ] }
Met dit veld geeft u de tekst en paginanummers op voor een indexgegeven. U voegt een XE-veld in om een element te markeren dat in de index dient te worden opgenomen.
Het XE-veld is opgemaakt als verborgen tekst en geeft geen resultaat weer in het document. Klik op Weergeven/verbergen als u het veld wilt bekijken.
Instructie Beschrijving
"Tekst" Tekst die u in de index wilt opnemen. Om de subgegevens aan te geven voegt u tussen de hoofdgegevenstekst en de subgegevenstekst een dubbele punt ( in.
Schakelopties
\f "Type" Hiermee definieert u een gegevenstype. Het gegeven voor het veld { XE "Tekst selecteren" \f "a" } wordt alleen opgenomen in een index wanneer dat wordt ingevoegd met het veld
{ INDEX \f "a" }. Het standaard gegevenstype is "i."
Indexgegevens bewerken, opmaken of verwijderen
Als u indexgegevens markeert, worden deze in Word ingevoegd als XE-velden met de opmaak Verborgen tekst. U kunt indexgegevens wijzigen door de tekst in de XE-velden te wijzigen.
Als de XE-velden niet worden weergegeven, klikt u op Weergeven/verbergen op de werkbalk Standaard.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Wijzig de tekst tussen de aanhalingstekens of maak de tekst op.
Veldcodes: het veld Index
{ INDEX [Schakelopties ] }
Met dit veld kunt u een index samenstellen en invoegen. Met het INDEX-veld verzamelt u indexgegevens die met XE-velden (indexgegevens) zijn gedefinieerd. Het INDEX-veld voegt u in met de opdracht Index en inhoudsopgave in het menu Invoegen.
\f "Aanduiding" Hiermee maakt u een index met uitsluitend het opgegeven gegevenstype. Met { INDEX \f "a" } maakt u een index die alleen gegevens bevat die zijn gemarkeerd met XE-velden als
{ XE "Tekst selecteren" \f "a" }. De standaardaanduiding is 'I'.
Laat ons weten of het gewerkt heeft.
Tijs.